Stiebel Eltron HM handleiding
Handleiding
Je bekijkt pagina 13 van 24

www.stiebel-eltron.com HM(S) | HM(S) Trend | 13
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
Wanneer u aansluitblok ASL-HM gebruikt:
f Steek de dompelsensor in de op de ASL-HM voorgemonteer-
de dompelhuls.
10.4.2 Regeling van het verwarmingssysteem
Bij installaties met buffervat
Wanneer in de installatie een buffervat geïnstalleerd is, moet een
buffervoeler aangesloten worden.
f Installeer een buffervoeler onderaan in het buffervat.
f Klem X1.4: Sluit de buffervoeler aan op de
warmtepompmanager.
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
Bij installaties zonder buffervat (enkel WPL 13 E , WPL 13 cool ,
WPL 18 E , WPL 18 cool)
Bij deze warmtepompen moet een bijkomende temperatuurvoeler
op de verwarmingscircuit-retour geïnstalleerd worden.
f Installeer de temperatuurvoeler op de
verwarmingscircuit-retour.
f Klem X1.4: Sluit de temperatuurvoeler aan op de
warmtepompmanager.
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
10.4.3 Dompel-/aanlegvoeler TAF PT
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
10.4.4 Buitentemperatuursensor AF PT
f Houd bij de installatie van een sensor rekening met de in-
gebruiknamehandleiding van de warmtepompmanager (zie
hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
10.5 Aansluiting externe componenten
f Houd bij de installatie van externe componenten rekening
met de ingebruiknamehandleiding van de warmtepompma-
nager (zie hoofdstuk “Aansluiting externe componenten”).
11. Ingebruikname
!
Materiële schade
Om te voorkomen dat de temperatuur onder het dauw-
punt daalt, moet de behuizing tijdens het bedrijf gesloten
en onbeschadigd zijn.
De ingebruikname van het toestel, alle instellingen op ingebruik-
nameniveau van de warmtepompmanager en het instrueren van
de exploitant moeten worden uitgevoerd door een installateur.
De ingebruikname dient overeenkomstig deze bedienings- en in-
stallatiehandleiding en de bedienings- en installatiehandleidingen
van alle componenten van de installaties die bij de warmtepomp
horen, uitgevoerd te worden. Voor de ingebruikname kunt u een
beroep doen op onze klantenservice (tegen betaling).
Aangezien een warmtepompinstallatie uit veel verschillende
componenten kan bestaan, is kennis over de werkwijze van de
installatie beslist vereist.
Als u dit toestel commercieel gebruikt, dient u voor de ingebruik-
name eventueel rekening te houden met de voorschriften van de
bedrijfsveiligheidsverordening. Meer informatie hieromtrent vindt
u bij de bevoegde controle-instantie; in Duitsland is dat bijv. TÜV.
11.1 Controles voor ingebruikname van de
warmtepompmanager
!
Materiële schade
Bij vloerverwarmingen moet u rekening houden met de
maximale systeemtemperatuur.
f Controleer of de verwarmingsinstallatie met de juiste druk
gevuld is.
f Heeft u het ontluchtingsventiel op de multifunctionele groep
(MFG) na het ontluchten weer gesloten?
f Heeft u de buitensensor en de retoursensor op de juiste wijze
geplaatst en aangesloten.
f Controleer of andere sensoren correct zijn geplaatst en
aangesloten.
f Controleer of de aansluiting op het net op deskundige wijze
is uitgevoerd.
f Controleer of de signaalkabel naar de warmtepomp (BUS-ka-
bel) juist aangesloten is.
Bekijk gratis de handleiding van Stiebel Eltron HM, stel vragen en lees de antwoorden op veelvoorkomende problemen, of gebruik onze assistent om sneller informatie in de handleiding te vinden of uitleg te krijgen over specifieke functies.
Productinformatie
| Merk | Stiebel Eltron |
| Model | HM |
| Categorie | Niet gecategoriseerd |
| Taal | Nederlands |
| Grootte | 4064 MB |







