Handleiding
Je bekijkt pagina 14 van 67

14
NL
4.1 DE TEMPERATUUR INSTELLEN
4. GEBRUIK
U kunt de temperatuur van het apparaat instellen door aan de thermostaatknop te draaien.
• De thermostaat kan worden ingesteld tussen 1 en 7.
• 1 is de warmste instelling.
• 7 is de koudste instelling.
• De aanbevolen instelling is 4.
• Zet de knop op 0 om het apparaat uit te schakelen.
De interne temperatuur van het apparaat kan variëren onder invloed van de omgevingstemperatuur, de hoeveelheid
opgeslagen producten en de frequentie waarmee de deur wordt geopend. Onder normale bedrijfsomstandigheden
wordt aanbevolen om de temperatuur in te stellen op 4. In de zomer, wanneer de omgevings- temperatuur hoog
is, wordt aanbevolen de temperatuur in te stellen op 3-4. In de winter, wanneer de omgevingstemperatuur laag is,
wordt aanbevolen om het apparaat op 5-6 in te stellen.
De thermostaatstand ‘6’ of ‘7’ is geschikt wanneer de omgevings-temperatuur lager is dan 16°C, maar dit
kan leiden tot ijsvorming als het apparaat lang op een dergelijke instelling blijft draaien onder de normale
omgevingstemperatuur, wat een normaal verschijnsel is. In dat geval is het aan te bevelen het apparaat op een
hogere temperatuur in te stellen (stand 1-5) mits de artikelen in het apparaat dit toelaten.
4.2 TIPS VOOR DAGELIJKS GEBRUIK
Het koelen van voedsel
• Raadpleeg altijd de vervaldatum van de producten om te weten hoelang ze bewaard kunnen worden.
• Verpak voedsel in hersluitbare plastic zakken, vooral als het een sterke smaak heeft, en plaats op de glazen
leggers boven de groentelade. Bewaar het voedsel slechts één of hoogstens twee dagen op deze wijze.
• Bewaar rauw vlees en vis in passende voedselcontainers in de koelkast zodat het niet lekt of in contact komt met
andere voedingsmiddelen.
• Plaats geen warm voedsel of hete plastic onderdelen in het apparaat. Zorg ervoor dat het is afgekoeld bij
kamertemperatuur voordat u het in het apparaat plaatst.
• Gekookt voedsel dat voldoende is afgekoeld, moet worden afgedekt en
kan vervolgens op elke plank worden geplaatst.
• Plaats levensmiddelen die veel water bevatten niet te dicht bij de achterwand van de koelkast om te voorkomen
dat ze vastvriezen aan de binnenwand.
• U kunt het voedsel het beste schoonmaken en afdrogen voor u het opbergt in het apparaat. Het is raadzaam
om het voedsel in een afgesloten verpakking te bewaren in het apparaat. Zo voorkomt u verdamping van
water, waardoor groenten en fruit vers blijven en er bovendien geen geurtjes ontstaan.
4.3 ENERGIE BESPAREN
• Het meest efciënte gebruik van energie is verzekerd in de conguratie met de lades in het onderste deel van
het apparaat en met de rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de deurbakken heeft
geen invloed op het energieverbruik.
• De deur niet vaker openen of open laten staan dan noodzakelijk.
• Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij de kenmerken van het voedsel dit vereisen.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de temperatuurregeling op een lage temperatuur staat en het apparaat
volledig gevuld is, kan de compressor continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper ontstaat. Stel in dit
geval de temperatuurregeling in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk te maken en zo
energie te besparen.
• Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of -gaten niet af.
• Vervang tijdig de deurafdichting om slecht sluiten van de deur tegen te gaan.
Neem voordat u het apparaat in gebruik neemt nauwkeurig de veiligheidsinformatie (hoofdstuk 1) door.
OPMERKING
Bekijk gratis de handleiding van Wisberg WBTTKK55DB, stel vragen en lees de antwoorden op veelvoorkomende problemen, of gebruik onze assistent om sneller informatie in de handleiding te vinden of uitleg te krijgen over specifieke functies.
Productinformatie
Merk | Wisberg |
Model | WBTTKK55DB |
Categorie | Koelkast |
Taal | Nederlands |
Grootte | 6056 MB |